Inloggen

Momotaro Koi Farm

Momotaro, een sprookjesachtige succes story

Eén van de meest tot de verbeelding sprekende namen in de koiwereld is toch wel die van Momotaro. Momotaro is overigens niet de naam van de eigenaar van de koifarm, maar de hoofdpersoon van een bekend Japans sprookje, waarnaar de farm is genoemd. Het sprookje gaat over een jongen, Momotaro, die als baby door een kinderloos, ouder echtpaar gevonden wordt in een enorme perzik en die op zijn vijftiende met drie vrienden (een aap, een hond en een vogel) demonen en dergelijke te lijf gaat. “Momo” betekent perzik in het Japans en “Taro” is een veelvoorkomend deel van een Japanse jongensnaam (Keitaro, Shintaro, Ryutaro enzovoort).

Het verhaal speelt zich af rond Okayama, waardoor veel bedrijven uit deze regio hun naam refereren aan dit legendarische sprookjesfiguur. Momotaro Koi Farm heeft in de relatief korte tijd van zijn kwekersbestaan wereldfaam opgebouwd en is gelegen op een sprookjesachtige locatie aan een fraaie rivier in de Okayama Prefecture. De grote baas is de niet onbemiddelde Michio Maeda, die wordt geassisteerd door zijn zoon Daisuke. Voordat begonnen werd met kweken, was Maeda koidealer. Naast de kwekerij bezit hij een aantal restaurants en handelt hij in klassieke auto’s. Ondernemen zit duidelijk in zijn bloed. Momotaro Koi Farm produceert vrijwel uitsluitend Go-Sanke, met het zwaartepunt op Sanke. Per jaar worden ongeveer 75.000 tosai geproduceerd.

Van 12 tot 15 miljoen eitjes blijven zo'n 75.000 tosai over

Dit is wat er uiteindelijk overblijft uit 12 tot 15 miljoen uitgekomen eitjes. Hiervoor zijn naar schatting ongeveer honderd kweken nodig. Alle nakomelingen ontstaan door het “natuurlijk” laten afzetten van de koi. De vissen worden dus niet met hormonen behandeld en afgestreken maar bij elkaar gebracht in iets warmer water om ze tot paaien te stimuleren. Voor deze gigantische hoeveelheden nageslacht is een oppervlakte aan vijvers en mudponds nodig van rond de 100.000 vierkante meter! De tosai die worden geproduceerd behoren tot de grootste van Japan, soms tot over de 45 centimeter in lengte. In de volksmond wordt dan ook vaak gesproken over jumbo tosai als men het over tosai van Momotaro heeft. De grootte van de tosai wordt enerzijds genetisch bepaald, anderzijds is dit het gevolg van de manier waarop men ze laat opgroeien. Door Magoi bloed in sommige kweeklijnen te brengen hebben de Momotaro bloedlijnen een groter groeipotentieel en een betere, bredere bouw gekregen.

Om de spectaculaire formaten te kweken gebruikte men een Magoi van 1,5 meter

De Magoi die hiervoor oorspronkelijk is gebruikt was anderhalve meter lang! Daarnaast worden de jonge vissen opgekweekt in relatief warm, ondiep water en krijgen ze het beste koivoer dat volgens de kweker te krijgen is. Dit voer, FD food, is voorzover ik weet niet in Nederland verkrijgbaar, maar dat zal ongetwijfeld niet lang meer duren. Het grote voordeel voor Momotaro en andere kwekers uit de omgeving is, dat ze zuidelijker liggen dan de kwekers uit de Niigata Prefecture. De zomer is langer en warmer waardoor de vissen langer buiten kunnen doorgroeien. Gemiddeld zijn de tosai uit het zuiden dus groter dan die uit het Westen (Niigata) van Japan.

Aan het einde van de eerste week van onze Japanreis hadden we de mogelijkheid om nog een tweede keer bij Momotaro langs te gaan. We hadden het geluk dat we tijdens dit tweede bezoek de meester zelf aan het werk konden zien met de sembetsu van tosai. Maeda is een perfectionist en geeft dit soort dingen niet graag uit handen. Het selecteren van de tosai was redelijk goed te volgen. De meeste vissen die Maeda door liet gaan, waren ook onze keuze geweest. Een aantal dat hij niet liet doorgaan overigens ook, maar dat terzijde. Bij de sembetsu van de vissen die nog geen vijf centimeter waren, en dus het stadium van tosai nog niet hadden bereikt, was de keuze doorgaans veel moeilijker. Drie medewerkers van Momotaro Koifarm waren hiermee bezig en van de drie bakken waar de vissen in terecht kwamen, was het ons volstrekt onduidelijk welke nu door gingen en welke afvielen. We moesten tot onze schaamte concluderen, dat we de bak met afvallers moesten identificeren vanwege het feit dat hier geen lucht op stond. Hier zal dus echt de ervaring van de kweker een rol spelen (of onze onkunde natuurlijk). Ook op deze selecties drukte Maeda zijn stempel en trad in zeldzame gevallen corrigerend op.

Showa om verliefd op te worden

Van de Nisai die zijn geoogst vlak voor ons tweede bezoek was er één waar ik, naarmate ik er langer naar keek, hopeloos verliefd op begon te raken. Het betrof een traditionele Showa met een magnifieke body en een hele stoere uitstraling. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg de prijs. Deze overtrof mijn maximale budget met een ruime factor tien. Met mijn gezicht in de plooi bedankte ik beleefd voor de informatie en moest deze vis snel uit mijn hoofd zien te zetten.

Momotaro Koi Farm heeft een aantal eigen bloedlijnen. Sanke, welke van origine Matsunosuke betreffen, zijn zoals hierboven reeds vermeld gekruist met Magoi en hebben geleid tot de Momotaro Mako Sanke bloedlijn. Aan het begin van deze bloedlijn staat de beroemde Sanke “Mako”. Dit is een moederdier afkomstig van een kruising tussen Matsunosuke en Magoi. Daarnaast is er natuurlijk de bekende Ryu bloedlijn die zich kenmerkt door een slanke bouw en weinig Sumi in de eerste twee a drie levensjaren, welke echter volledig tot ontwikkeling komen in de jaren daarna. Een bekende Momotaro Kohaku bloedlijn is ontstaan uit de beroemde Kohaku “Eagle”. Tot slot is er nog de Shiro-Showa bloedlijn welke zich kenmerkt door zeer grote, goedgebouwde Showa met een mooie Fukurin en waarvan een aantal de potentie bezitten om de 80 tot soms zelfs 90 centimeter grens over te gaan. Iets wat voor Showa zeer uitzonderlijk is.

Lees meer