Inloggen

Aoki Koi Farm

Aoki, de "uitvinder" van de metallic koi

Aoki Koi Farm is begin jaren zeventig opgericht. Daarnaast runt men een restaurant. Al vanaf de jaren ’20 was de Aoki familie hobbymatig bezig met het kweken van koi. De Ogon is het product van selectief kweken en staat aan de basis van vele hedendaagse metallic-variëteiten. Aoki gebruikt veel verschillende Oyagoi in zijn kweek en bevolkt daarmee zijn ongeveer 50 mudponds verspreid over een gebied van ongeveer 30.000 vierkante meter. Maast de mudponds beschikt Aoki over twee grote koihuizen voor verkoop en overwintering. In de drukst bevolkte bak neem ik een watermonster om te testen.

Verversen met smeltwater resulteert in een lage KH

Ammoniak, nitriet en nitraat zijn nauwelijks meetbaar. Keurig. Ik meet echter een gevaarlijk lage KH en een daaraan gekoppelde vrij lage pH. Het smelt- en regenwater uit de bergen dat gebruikt wordt voor het vullen van de bakken bevat van nature nauwelijks mineralen en (bi)carbonaten. Dit is een algemeen probleem in koikwekend Niigata. In de mudponds wordt dit opgelost door kalk, kippenstront en dergelijke te gebruiken om de vijvers vruchtbaar te maken en de KH op te krikken zodat de pH wordt gebufferd en zo stabiel blijft. Binnen worden meestal oesterschelpen gebruikt om de KH op peil te houden omdat oesterschelpen kalk loslaten onder invloed van het zure water (lage pH is hoge zuurgraad). De waardes die ik hier meet zijn echter op het randje. Of dit het gevolg is van oesterschelpen die hun werking hebben verloren of dat dit normaal is en alleen stand houdt door continu te verversen durf ik niet te vertellen. De vissen blaken echter van gezondheid, dus ik houd het maar op het laatste. Deze KH en pH waardes zijn in ieder geval niet geschikt voor “thuisgebruik”.

In 2010 nodigde Aoki ons uit om een Nisai Ikeage bij te wonen. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen zo stonden we in de vroege ochtend van de vierde november al te popelen bij de koifarm van Aoki san. Met een hartelijke “Ohio Gozeimasu” werden we welkom geheten en kregen een blik warme koffie in de handen gedrukt. De meester zelf was eerst nog even bezig met de Sembetsu van koi van een centimeter of vijf alvorens we op pad konden. Dat zijn de momenten waarop je iets kunt leren, dus ik stond daar uiteraard met mijn neus bovenop. Na eerst een kwartiertje de spreekwoordelijke kat uit de boom te hebben gekeken meende ik wel zo’n beetje de selectiecriteria door te hebben en begon me er (uiteraard weer eens) mee te bemoeien.

Door of niet door, that was the question

Aoki san waardeerde dit gelukkig en begon me een beetje uit te dagen door mij te laten beslissen. Door of niet door, that was the question. Best lastig, omdat het een diversiteit aan variëteiten betrof en je telkens moet bedenken wat bij welke variëteit belangrijk is. Zeker bij de doitsu had ik de neiging om enkele vissen door te laten die bij Aoki echter onverbiddelijk afvielen. Puur vanwege de niet overal even strakke aflijning van het patroon. De huidkwaliteit was perfect, maar een gedeeltelijk rommelige aflijning komt bij Doitsu (vrijwel) nooit meer goed. Een goed leermoment, daar je bij Wagoi daar minder streng bent en één of twee schubben Sashi geen probleem voor de toekomst hoeft te betekenen. Over het algemeen lag ik gelukkig wel op één lijn met Aoki en kreeg een mooi compliment. Nog trots van het compliment ging ik bij een wonderschone Yondan Goshiki echter andermaal in de fout. “Door!” riep ik vol overtuiging waarop Aoki me wees op een ontbrekende buikvin. Phoe, we praten hier over visjes van vijf centimeter en ik vond het al knap van mezelf dat ik er een potentieel goede vierstapper in kon ontdekken. Het wordt me duidelijk dat dit opperste concentratie en goede ogen vergt. Het lijkt een relaxed baantje, zo met een netje in de zon in een bak vissen roeren, maar het valt best tegen.

Lees meer